Totaal aantal pageviews

zondag 27 februari 2011

Roken

Eeen aantal jaren geleden werkte ik als onderwijshulpverlener in het voortgezet onderwijs. Mijn taak was om leerlingen waar het niet goed mee ging te helpen. In die tijd schreef ik het volgende, waargebeurde verhaal. (En ja, ik ben drie jaar geleden voorgoed gestopt met roken.) Zoals bijna overal, mag op de school waar ik werk nergens meer gerookt worden. Alleen buiten op de speelplaats. Die is niet overdekt, zodat ik me als verstokt roker regelmatig terug vind in de door golfplaten overdekte, maar verder open, fietsenstalling. Ik voel me dan weer een ondeugende tiener, die stiekem een sigaretje rookt. Als volwassene vind ik het eigenlijk ook niet kunnen, wat voor voorbeeld geef ik hiermee aan de leerlingen? Nou ja, zo zien ze dat ik ook mijn fouten heb en dat kan ook positief zijn, zullen we maar denken. Het was een regenachtige dag vlak voor de krokusvakantie. De leerlingen hadden ’s middags vrij en wij zouden met z’n allen gaan vergaderen over het nieuw te volgen onderwijs programma, ‘leefstijl’. Ik had het druk gehad die ochtend, vijf kinderen gesproken, en mijn hoofd zat vol met al hun verhalen en het bedenken van eventuele mogelijkheden om hen te helpen. Na mijn laatste gesprek wilde ik nog snel alle verslagen en administratie afhandelen om de volgende dag rustig op vakantie te kunnen gaan. Ik kreeg zin in een sigaret maar gunde me geen tijd om naar buiten te gaan. Ik moest ook nog even naar de slager om wat te eten te halen en om half twee zou de vergadering beginnen. Ik besloot dat ik er best één in mijn kamertje, waar nu toch niemand meer kwam, op kon steken. Eindelijk was ik klaar, de tijd begon te dringen, vlug mijn sigaret uit maken en beneden de verslagen gaan kopiëren voor de zorgcoördinator, de directeur en de afdelingsleiders. Weer boven gekomen ontsloot ik de deur van mijn kamer, opende hem en deed hem zonder naar binnen te gaan zo snel mogelijk weer dicht. Daar stond ik in de gang voor de dichte deur, mijn eerste impuls was om zo snel mogelijk weg te lopen, mijn hart klopte in mijn keel, mijn hoofd duizelde. Mijn kamer stond vol donkergrijze rook, zo dik dat je er bijna niet doorheen kon kijken en er hing een verschrikkelijke stank. Met bonzend hart raapte ik al mijn moed bij elkaar, ik moest naar binnen en er wat aan doen. Ongerust keek ik om me heen, nee, niemand te zien. De leerlingen waren al naar huis en de leraren in de docenten kamer aan het lunchen..Ik schoot naar binnen, sloot de deur zo snel mogelijk achter me en begon meteen te kuchen. Ineens schoot er een vlam op uit de prullenbak, ik greep het gietertje, er zat nog wat water in, en stortte dat uit over de prullenbak. De vlam doofde, maar het was niet genoeg. Ik opende de deur een kiertje en spiedde de gang in, nee, nog steeds niemand. Ik pakte de prullenbak en rende ermee naar het vlakbij gelegen leerlingen toilet, waar ik de kraan er op zette. Toen ik ervan overtuigd was dat er niets meer smeulde, rende ik weer terug met mijn druipende, van touw gevlochten, papiermand. Ik vond een plastic zak waar ik alles in deponeerde. Het vuur was uit, maar de kamer stond nog steeds vol rook en de stank van smeltend plastic was afschuwelijk. Mijn kamer heeft alleen een bovenlicht, dat met een touw moet worden opengetrokken, alleen werkt dat niet zo goed meer. Ik rukte en trok uit alle macht, mijn ogen brandde en mijn ogen prikte, het kuchen werd hoesten. Ik begon voor mijn gezondheid te vrezen, maar de deur moest dicht blijven anders zou de rook en de stank de school doortrekken en bekend worden wat ik gedaan had en waar ik me ontzettend voor schaamde. Het raam schoot een klein stukje open, verder wilde het niet. Ik kon er ook niets aan doen. Nu eerst vlug naar de slager en gelijk de zak met druipende inhoud dumpen. Misschien zou als ik terug kwam de rook wel weggetrokken zijn. Toen ik de school weer binnenkwam rook ik het al meteen, de stank uit mijn kamer was niet alleen in mijn kamer gebleven. Ik keek naar het gedrag van de docenten die in de gang liepen, maar iedereen ging rustig zijn gang, niemand liep te sniffen of zich af te vragen waar die vieze lucht toch vandaan kwam. Ik ging naar mijn kamer, de rook was wel wat opgetrokken, maar het stonk nog verschrikkelijk. Ik kreeg een ingeving. Op het leraren toilet stond een spuitbus met rozengeur. Ik haalde hem op en spoot de halve bus leeg in mijn kamer. Daarna haastte ik me naar de vergadering, me ondertussen zorgen makend over de stank die zich ongetwijfeld in mijn haren en kleren had genesteld. Ik rende nog even terug en spoot ook mezelf in. ‘O jee, die bus moest natuurlijk ook nog even terug, voordat iemand hem zou missen’. Toen ik uiteindelijk te laat en buiten adem het lokaal binnen kwam, leek niemand iets bijzonders op te merken, wat ik me bijna niet voor kon stellen. De hele vergadering bleef ik bang dat iemand de vieze lucht op zou merken en er iets over zou zeggen. Zelf bleef ik het de hele tijd ruiken. Na afloop ging ik wat bibberig terug naar mijn kamer. De meeste rook was gelukkig weg, maar de stank niet. Weer pakte ik de spuitbus en herhaalde de procedure, liet het raam op een kier, sloot de deur goed af en nam de sleutel mee naar huis. Na de vakantie kon ik de stank nog steeds goed ruiken. Het was waarschijnlijk in de vaste vloerbedekking gaan zitten en in de muren. Ik had nu zelf van huis een spuitbus meegenomen. Ik denk dat ik nog drie weken lang, elke keer als ik er kwam, met mijn spuitbus aan de gang ging, maar het wilde maar niet naar rozen gaan ruiken. Uiteindelijk is het toch goed gekomen. Niemand heeft ooit iets van dit voorval gemerkt, maar zelfs toen ik na de grote vakantie voor het eerst weer mijn kamer binnen kwam, meende ik nog een vage brandgeur te bespeuren. Ik rook niet meer op mijn kamer. Nooit, echt niet.

3 opmerkingen:

  1. Wat een kostelijke grap. Rook je nu nog steeds?

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Heel herkenbaar, maar ik ben gelukkig ook al ruim 10 jaar van het roken af.

    Groetjes

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Wauw wat zal jij benauwde momenten hebben gehad op school...

    BeantwoordenVerwijderen